Publicatie: maart 2010

 

Een Fries die Franse symfonieën schrijft

ATE GALEMA

 

galemaWat beweegt een Friese organist om vandaag de dag grote symfonische orgelwerken te schrijven? En dan nog wel in een stijl die sterk doet denken aan werk van Widor, Guilmant, Franck en hier en daar ook aan Vierne? “Het was een opwelling. lk zat wat Franse orgelromantiek door te nemen, en dacht opeens: hé, zou ik zelf niet zo iets kunnen maken? Boek aan de kant, de vingers spreidden zich tot een breed D groot akkoord… en zie, de genesis van mijn eerste symfonie”. We hebben het over Ate Galema uit Scharnegoutum, dat onder de rook van Sneek ligt.

Zijn eerste orgellessen kreeg Ate van Yme Visser in Franeker. Na een paar lesloze jaren rond 1970 ging hij nog een seizoen in de leer bij Frans Tersteeg aan de Bolswarder muziekschool. Inmiddels begeleidde hij vanaf 1965 de kerkdiensten in Wjelsryp (Welsrijp, gemeente Littenseradiel) toen zijn woonplaats. Na de middelbare school gaat hij aan het werk en raakt (meer per toeval dan bewust) in dienst… bij een notaris! Hij ziet echter na enige tijd een verder leven tussen de koop- en pachtcontracten absoluut niet zitten en wil orgel studeren aan de Muziek Pedagogische Academie te Leeuwarden. Daar wordt in 1972 Jan Jongepier zijn orgelleraar. ln 1978 komt een einde aan dit deel van de vakopleiding. Eind 1976 is Ate mede-organist geworden van het Steevens-Hinsz-Reil orgel (1761) in de Johanneskerk te Tzum, een prachtig orgel, maar niet direct een instrument dat geschikt is voor, en inspireert tot het schrijven van grote symfonische orgelwerken. Nog tijdens zijn orgelstudie begint hij met een tweede hoofdvakstudie, namelijk elektronisch orgel, en wordt Ieerling van Harry Mast. Kerkorgel en elektronisch orgel: een voor onmogelijk gehouden combinatie, en misschien was het dat ook wel. Na twee jaar studeren behaalt hij ook hiervoor zijn bevoegdheid. Hij is dan de eerste bevoegde docent elektronisch orgel in Fryslan.

ln die tijd was er een tekort aan bevoegde docenten op de muziekscholen. Daarom kon Ate direct een baan krijgen aan de Waldsang in Buitenpost. Na een jaar vertrekt hij daar weer, omdat dichter bij huis (aan de muziekschool in Sneek) uren vrij komen. Van 1979 tot 1994 is hij ook aan de Bolswarder muziekschool verbonden. Op de muziekscholen waar hij gewerkt heeft, heeft hij alleen elektronisch orgel- en keyboardles gegeven. lntussen begonnen zich de verschijnselen van een progressieve chronische ziekte te manifesteren, die in 2005 noodzaakten tot het voortijdig stoppen met lesgeven. December 2006 werd hem het gouden draaginsigne van de Vereniging van Kerkrentmeesterlijk Beheer in de PKN opgespeld, wegens het vervullen van de functie van organist gedurende veertig jaar. Vijftien jaar eerder kreeg hij voor zijn 25-jarig jubileum het zilveren draaginsigne.

Ate vertelt dat hij zich nog goed kan herinneren, dat hij als 10-11 jarige op de radio eens een orgelsymfonie van Widor hoorde en geboeid tot het einde toe bleef luisteren. “Qua vorm etcetera kon ik nog niets duiden, maar die afwisselende klankenstroom hield mij gevangen. Toen ik een tiental jaren later een lp kocht met daarop de symfonie ‘Romane’ van Widor was ik voorgoed verkocht. Het Choral uit die symfonie is mijn favoriete orgelwerk. Direct daarop volgt het ‘Choral et Fugue’ uit de vijfde sonate van Guilmant, en nummer drie is de ‘Final’ uit de derde symfonie van Vierne.”

Tijdens zijn studietijd aan de MPA onderneemt Ate – hij componeerde als 10-,11-,12 jarige het ene na het andere notenboekje al vol – zijn eerste pogingen tot het schrijven van een orgelsymfonie. Later werd deze door hem “herzien”. Sindsdien is ook die versie niet meer “gezien”. Voorlopig bleef het bij deze “jeugdzonde”, want pas na jaren zou hij weer aan het componeren slaan. Pas vanaf 2002 werd hij echt productief. Grote stimulans tot deze revival was een concert van Theo Jellema in de Sneeker Martinikerk in dat jaar, gegeven ter gelegenheid van Ate’s dienstjubileum aan de muziekschool (inmiddels Centrum voor de Kunsten) in Sneek. Tijdens dat concert speelde Theo Jellema een stuk van hem.

Alle orgelcomposities zijn door Ate op cd gezet. Hij beschikt over Hauptwerk, inclusief o.a. een sampleset van het drieklaviers Cavaille Coll orgel van de Notre Dame te Metz. De sonaten en de symfonieën zijn stuk voor stuk zeer monumentale werken. Deze muziek speel je niet zo maar even weg. Het notenbeeld is vaak complex: chromatiek, enharmonische wisselingen, toonsoorten met veel voortekens aan de sleutel, dubbelkruisen, dubbelmollen, canonische en fugatische passages, complete fuga’s, enz., enz. ln de verschillende delen is geen cyclische verwantschap van de thematiek bewust toegepast. Elke deel staat min of meer op zichzelf. Er zijn in Friesland niet veel orgels waar deze werken adequaat uit te voeren zijn. Dat zal beter gaan met de koraalpreludes. Deze zijn bedoeld voor een orgel met twee manualen en vrij pedaal. Technisch gezien liggen deze koraalbewerkingen veel meer binnen bereik voor de gemiddelde organist(e) dan de sonaten en de symfonieën.
Bovenstaande tekst is grotendeels ontleend aan een artikel uit de Friese orgelkrant van 2008 (auteur: Jan F. Sterenberg).


 

BIJ CANTIQUE VERSCHENEN BLADMUZIEK VAN ATE GALEMA

 

322-OmslagToen Ate Galema een aantal van zijn muziekwerken bij ons aanbod hebben we ons even achter de oren gekrabd. Wie zit er nu te wachten op Franse symfonische muziek, die ook nog eens best pittig is en boven het technisch bereik ligt van veel amateur-organisten? Aan de andere kant waren we bijzonder onder de indruk van de muziek als zodanig. Ondanks dat de stijl van Galema’s muziek duidelijk die van de Franse romantiek ademt heeft hij er toch een eigen inbreng aan gegeven. Het zijn zeker geen slaafse kopieën van de Franse meesterwerken geworden. Daarvan kunt u zichzelf overtuigen via de beschikbare noten- en luistervoorbeelden.
Klik hier voor een overzicht van alle uitgaven van Ate Galema.

 

 

 


 

LUISTER MEE!

 

Een deel van Galema’s indrukwekkende oeuvre is hieronder te beluisteren. Deze delen zijn opgenomen via Hauptwerk, waarbij gebruik is gemaakt van de samples van het Cavaille Coll orgel van de Notre Dame te Metz (zie de website van Milan Digital Audio).

Allegro uit Sonate 3 (Cantique 387)
Intermezzo uit Symfonie 1 (Cantique 353)
Allegretto uit Symfonie 5 (Cantique 322)
Final uit Sonate 1 (Cantique 366)